Skip to content

25 Jaar Bio-based (Deel 1 en 2)

DAAD bestaat dit jaar 25 jaar. Ons eerste geheel bio-based project leverden we op in 1997 en nu, in 2022, zijn de eerste bio-based corporatiewoningen een feit. Betekent dit dat het ecologisch bouwen de nieuwe standaard wordt?

Deel 1: Het begin

In Orvelte stond de wieg van de bio-based reis van DAAD. Dat was in 1997, een kwart eeuw geleden. Een biologische boer had de wens een informatiecentrum te bouwen over zijn ecologische productiewijze. Geheel met natuurlijke materialen uit de omgeving.

“Hij was zijn tijd qua duurzaamheid ver vooruit”, aldus architect Rob Hendriks. Het paviljoen won in 2001 de Drentse welstandsprijs. “Maar de architectuur was het rechtstreekse gevolg van het belangrijkste ontwerp principe, namelijk milieuvriendelijkheid.”

Meer over de constructie en het low-tech klimaatbeheer van het informatiecentrum lees je hier.

Nadat Hendriks in België bij Lucien Kroll al ervaring had opgedaan met duurzaam bouwen, was Orvelte de eerste kans voor het bureau om dit principe op alle niveaus door te voeren. “Niet alleen werden hernieuwbare materialen gebruikt, die zonder beschermende maatregelen op natuurlijk wijze konden verouderen”, vertelt Hendriks, “het gebouw werd ook zo gebouwd dat demontage en hergebruik in de toekomst mogelijk zouden blijven.”

Desgewenst kan het gebouw ter plekke vergaan, zonder enige milieubelasting. Maar zo ver is het nog niet; mede door de flexibele ruimtelijke structuur, is het gebouw al twee maal van functie veranderd. “Die ruimte om mee te bewegen”, aldus Hendriks, “is wat een gebouw echt duurzaam maakt.”

Deel 2: Het groeiproces

Na de bouw van het informatiecentrum in Orvelte, raakte DAAD steeds meer doordrongen van de waarde van bouwen met natuurlijke, herkenbare en lokale materialen. “Als je weet waar een materiaal vandaan komt”, legt architect Titus Mars uit, “ben je je veel meer bewust van een plek en een traditie.”

Lees het hele interview met Titus Mars op de website van de BNA.

Nieuwe kennis
Toch bleven de projecten de eerste vijftien jaar kleinschalig van aard en omvang. “Lange tijd waren we afhankelijk van opdrachtgevers die verder wilden gaan dan gebruikelijk”, legt Mars uit. “Het is echt een groeiproces geweest”. 

Dankzij verschillende projecten deed het bureau steeds meer nieuwe kennis op en ontwikkelde het expertise op het gebied van houtbouw. “We begonnen er zelf ook steeds meer in te geloven”, vertelt Mars.

Expert
En dat vertrouwen leidde tot de opdrachten voor twee Drentse schaapskooien die DAAD ferm op de kaart zetten als bio-based expert. “In Balloo is het ontwerp gebaseerd op een traditionele Drentse constructie van houten gebinten met een kenmerkende rieten kap”, legt Mars uit.

De patchwork gevel van zwarte gepotdekselde planken in alle richtingen is een eigentijdse vertaling van een beproefd pragmatisch principe. “Vroeger herstelde de Drentse boer zijn stallen met planken die hij op het erf had liggen”, vertelt Mars. Deze planken worden afgewisseld met horizontale lamellen voor licht en ventilatie.

Lees hier meer over de Schaapskooi te Balloo

Mijlpaal
De opdracht voor de schaapskooi in Bargerveen was vervolgens de eerste kans om bio-based te bouwen op een echt grote schaal. Het complex, dat onderdak biedt aan de grootste schaapskudde van Nederland, bevat naast stallen ook werkruimten, een woning voor de schaapsherder en een restaurant. “En dat alles werd geheel uitgevoerd in onbehandelde, bio-based materialen uit de omgeving”, aldus Mars, “echt een mijlpaal.”

Meer over de Schaapskooi Bargerveen leest u hier.


Volgende week meer over bio-based als nieuwe standaard.  Hoe kan bio-based bouwen tot gemeengoed worden?
Blijf op de hoogte via LinkedInInstagram of Facebook .