Deze opdracht werd verstrekt op het moment dat Veenhuizen op weg was om opgenomen te worden op de Unesco werelderfgoedlijst en de Rijksoverheid zijn bezit en belang in het gebied concreet wilde afbouwen. Het atelier Rijksbouwmeester heeft toen, in samenspraak met de Provincie en gemeente, DAAD Architecten gevraagd een wenkend toekomstperspectief voor Veenhuizen te schetsen.
In de uitnodigingsbrief in 2017 van de Rijksbouwmeester wordt beschreven dat in de periode sinds 2002 talloze studies over Veenhuizen zijn geproduceerd, maar “…deze studies/visies zijn weinig beeldend en vernieuwend en blijven vaak hangen in het vage algemeen aangenomen idee hoe Veenhuizen zich ontwikkelt in de toekomst. Een studie die hier uitzondering op vormt is de studie van DAAD Architecten uit 2002.” Deze in eigen beheer uitgevoerde studie ‘Vier scenario’s voor Veenhuizen’ is in 2002 gepubliceerd en te downloaden als Cahier #1.
In het toekomstperspectief moeten de benoemde en gewaardeerde kwaliteiten niet alleen worden behouden, maar ook de opmaat vormen voor nieuwe programmatische en ruimtelijke vernieuwingen. De potenties in landschap, geschiedenis, programma en bebouwing vormen een prachtige drager voor de toekomstige ontwikkeling van het gebied. Door het toevoegen van een nieuwe betekenisvolle tijdlaag, die is gebaseerd en geïnspireerd op de geschiedenis van de kolonie, kunnen nieuwe ontwikkelingen hun plek vinden zonder dat ze afbreuk doen aan het geheel.
Een belangrijk verschil in de huidige aanpak is dat niet telkens naar uitsluitend één programmatisch uitgangspunt is gekeken, maar dat ook mogelijke combinaties zijn onderzocht. Hiermee kan worden voorkomen dat het gebied en te sterke focus op één thema krijgt en daarmee de dynamiek onder druk komt te staan. Doel is niet Veenhuizen thematisch te bevriezen, maar juist om de randvoorwaarden te scheppen om vanuit een sterk op de geschiedenis van het gebied gebaseerd verhaal lokale ontwikkelingen te stimuleren.